De indeling van het dartbord is zoals weergegeven in de afbeelding hierboven:
-Bull’s Eye = 50 punten
-Single Bull = 25 punten
-De singles zijn 1 x 1 t/m 20 punten
-De doubles (buitenste ring) zijn 2 x 1 t/m 20 punten
-De triples (binnenste ring) zijn 3 x 1 t/m 20 punten
De hoogste score is dus 3 x 20; triple 20 = 60 punten
Er zit geen logica in de volgorde van de nummering. Het dartbord is ontworpen om hoog scoren zo moeilijk mogelijk te maken; zo staat de 20 bijvoorbeeld tussen de 1 en de 5. Deze indeling werd bedacht door Brian Gamlin in 1896.
Het spelletje 301
Bij elk spelletje of ‘leg’ is het de bedoeling om zo snel mogelijk de tellen van 301naar 0 te krijgen.
Bij 301 is vanwege het kleiner aantal punten, ook een verplichte start met een dubbel.
Je kan een spel alleen eindigen met een dubbele worp.
Je laatste pijl moet in de buitenste ring belanden.
Heb je bijvoorbeeld nog 10 punten over, dan moet je mikken naar de dubbele 5. De roos (Bull’s Eye) geldt trouwens ook als een dubbel.
In de roos werpen is goed voor 50 punten.
Speltype 501 – 701
Dit is het bekendste en meest gespeelde dartsspel
Het werkt als volgt:
Alle spelers of teams beginnen met 501 punten. Dan mag elke speler, zoals altijd per beurt 3 pijlen gooien.
Je telt de gegooide punten per beurt bij elkaar op en deze trek je vervolgens af van het totaal nog te gooien aantal punten.
De speler of het team die het eerst precies op 0 staat heeft gewonnen.
Als je meer gooit dan wat er nog over is telt de beurt in zijn geheel niet mee.
De laatste pijl moet belanden in een dubbel.
In plaats van 501 punten wordt ook wel eens gestart met 701, 901 of 1001 punten.
Tactics
Een ander heel leuk spelletje is Tac-Tics. Dit spel vereist veel tactiek van de spelers.
De bedoeling van het spelletje is om zo snel mogelijk alle doelen (20, 19,…,10 en de Bull) allen 3 keer te raken.
Hierbij tellen singels als 1, doubles als 2 en triples als 3.
Op het scoreboard wordt door middel van kruisjes bij de spelers bijgehouden hoeveel keer eenieder de betreffende doelen heeft geraakt.
Een leuke extra van dit spel is dat het ook nog met punten gespeeld kart worden.
Dit houdt in dat wanneer men een bepaald doel al heeft gesloten, d.w.z. dat hij die 3 keer geraakt heeft, en de tegenstander heeft m nog niet gesloten, dan kun je punten scoren.
Die punten worden belangrijk aan het eind van het spel.
Je moet dan namelijk én meer punten hebben dan de tegenstander én alle
doelen gesloten hebben om te kunnen winnen.
Dit geeft een beetje meer spanning aan het spelletje, en zorgt ervoor dat je nog meer tactisch inzicht moet gebruiken.
Het spelletje is dus afgelopen wanneer een van beide spelers alle doelen 3 maal heeft geraakt, en, als er met punten wordt gespeeld, meer punten heeft dan zijn tegenstander.
Zwart-wit
Zwart-wit kun je toepassen op bijvoorbeeld met 501, (301 dubbel uit). Elke speler kiest (of tost) een kleur (zwart of wit) voordat men het spel begint.
Het verschil met een normaal 501 spel is dat men niet alle scores mag aftellen.
Men mag alleen die scores aftellen van pijlen die in de eigen kleur (zwartte of witte vakjes op het dartbord) belanden.
Mickey Mouse
In de Mickey Mouse-dartregels moet je de nummers van twaalf tot twintig sluiten,
evenals 3x de Double, 3x de Triple en 3x de roos.
Een nummer afsluiten betekent drie keer raken. De treffers hoeven niet in dezelfde ronde te zijn.
Elke speler gooit om de beurt zijn drie darts in een poging om alle nummers uit te sluiten. Elke dart die in een dubbel of drievoud van een open nummer landt, kan worden gebruikt om dat nummer te sluiten of worden gebruikt als Double of Triple te sluiten.
Als een Double of Triple wordt gebruikt om een nummer af te sluiten, is het respectievelijk twee of drie punten waard.
Het spel gaat door totdat een van de spelers al zijn nummers heeft uitgeschakeld.
Je kunt in volgorde van het bord spelen om het spel wat moeilijker te maken.
Als de vaardigheidsniveaus van de spelers gelijk zijn, is dit eigenlijk leuker omdat het spel meer een race wordt.
Je kunt ook met punten spelen, zodat je, als een nummer eenmaal is afgesloten, punten kunt blijven verdienen in dat nummer als je daar extra darts landt.
Om deze versie te winnen, is het niet genoeg om je nummers te sluiten.
Je moet al je nummers sluiten en een hoge score hebben om het spel te winnen.
In tegenstelling tot de bovenstaande variatie, kun je spelers straffen voor het per ongeluk raken van segmenten die ze al hebben afgesloten.
In deze variatie, als een speler in een vak landt dat hij al heeft afgesloten, gaat er een punt naar zijn tegenstander.
Het wordt niet aanbevolen voor beginners, maar een interessante handicap als de vaardigheidskloof tussen spelers groot is.
Hoger en Lager
In het spel moet je hogere score gooien dan de speler voor jou heeft gegooid.
Lukt dit je drie keer niet, dan ben je knock-out en lig je uit het spel.
De laatst overgebleven speler wint.
Elke speler gooit elke beurt drie darts.
Het spel begint bij speler 1, die nog niets te verliezen heeft.
De speler gooit zijn pijltjes en geeft de score aan.
Daarna is de tweede speler aan de beurt, die minimaal de score moet halen van de speler ervoor.
De derde moet de score halen van de tweede, de vierde van de derde, enzovoort.
Totdat de eerste speler weer aan de beurt is, die de score van de laatste speler moet gooien.
Als een speler de doelscore niet haalt, wordt er een X genoteerd naast zijn naam.
Bij drie X’en lig je uit het spel.
De speler die het laatst overblijft wint.
Om de score bij te houden schrijf je simpelweg de namen van de spelers op een papiertje.
Haalt iemand de score niet, dan markeert diegene een X bij zijn of haar naam.
Het is niet nodig om bij te houden hoeveel punten elke speler heeft gescoord.
Er is namelijk maar één nummer dat moet worden onthouden, en dat is de score van de laatst gegooide speler, dat moet wel lukken, toch?.
Voorbeeld.
In een eenvoudig voorbeeld laten we zien hoe het spelletje Knock-out darts zich kan
ontvouwen.
Er zijn drie spelers (we noemen ze P1, P2 en P3) die het spel spelen.
Ronde 1:
- P1 scoort 26 punten.
- P2 moet minstens 26 punten scoren. Dat lukt en hij gooit 60.
- P3 moet de score van P2 verslaan; dat zijn 60 punten. Dat lukt niet, want de speler blijft steken op 45 punten. P3 krijgt een X naast zijn naam. Nog twee en hij ligt uit het spel.
Ronde 2:
- P1 moet de score halen van de speler die het laatst gooide; dat is P3 met 45 punten. P1 slaagt daarin en gooit 100.
- P2 moet minimaal 100 gooien, maar komt niet verder dan 60. P2 krijgt een X naast zijn naam.
- P3 wil 60 gooien, maar bereikt een score van 41. P3 krijgt een tweede X naast zijn naam.
Nog één en hij ligt uit het spel.
Op deze manier gaat het spel verder totdat alle spelers, op één na, zijn uitgeschakeld.
Als P3 eruit ligt, gaat het spel dus verder tussen P1 en P2.
Joker
Een leuke variant op Around the clock is Joker.
In je eerste beurt probeer je de 20 te raken, in de tweede de 19, in de derde de 18, enzovoort.
Mis je drie de pijlen op het vereiste nummer, dan ben je af – tenzij je een joker kunt inzetten.
Een joker ontvang je als je bij het vereiste nummer drie punten hebt gescoord.
Hierbij telt een single als één punt, een dubbel als twee punten en een triple als drie punten.
Je scoort dus bijvoorbeeld een joker als je de single drie keer raakt, maar ook als je één keer in de single gooit en één keer in de dubbel.
Elke joker is één pijl waard, mis je bijvoorbeeld drie keer de vereiste 5 en heb je twee jokers over.
Dan mag je dus nog twee pogingen wagen op de 5.
De speler die het verst in het spel komt of de meeste jokers heeft verzameld, wint.
Je kunt in volgorde van het bord spelen om het spel wat moeilijker te maken.
Als de vaardigheidsniveaus van de spelers gelijk zijn, is dit eigenlijk leuker omdat het spel meer een race wordt.
Je kunt ook met punten spelen, zodat je, als een nummer eenmaal is afgesloten, punten kunt blijven verdienen in dat nummer als je daar extra darts landt.
Om deze versie te winnen, is het niet genoeg om je nummers te sluiten.
Je moet al je nummers sluiten en een hoge score hebben om het spel te winnen.
In tegenstelling tot de bovenstaande variatie, kun je spelers straffen voor het per ongeluk raken van segmenten die ze al hebben afgesloten.
In deze variatie, als een speler in een vak landt dat hij al heeft afgesloten, gaat er een punt naar zijn tegenstander.
Het wordt niet aanbevolen voor beginners, maar een interessante handicap als de vaardigheidskloof tussen spelers groot is.
Hoger en Lager
In het spel moet je hogere score gooien dan de speler voor jou heeft gegooid.
Lukt dit je drie keer niet, dan ben je knock-out en lig je uit het spel.
De laatst overgebleven speler wint.
Elke speler gooit elke beurt drie darts.
Het spel begint bij speler 1, die nog niets te verliezen heeft.
De speler gooit zijn pijltjes en geeft de score aan.
Daarna is de tweede speler aan de beurt, die minimaal de score moet halen van de speler ervoor.
De derde moet de score halen van de tweede, de vierde van de derde, enzovoort.
Totdat de eerste speler weer aan de beurt is, die de score van de laatste speler moet gooien.
Als een speler de doelscore niet haalt, wordt er een X genoteerd naast zijn naam.
Bij drie X’en lig je uit het spel.
De speler die het laatst overblijft wint.
Om de score bij te houden schrijf je simpelweg de namen van de spelers op een papiertje.
Haalt iemand de score niet, dan markeert diegene een X bij zijn of haar naam.
Het is niet nodig om bij te houden hoeveel punten elke speler heeft gescoord.
Er is namelijk maar één nummer dat moet worden onthouden, en dat is de score van de laatst gegooide speler, dat moet wel lukken, toch?.
Voorbeeld.
In een eenvoudig voorbeeld laten we zien hoe het spelletje Knock-out darts zich kan
ontvouwen.
Er zijn drie spelers (we noemen ze P1, P2 en P3) die het spel spelen.
Ronde 1:
- P1 scoort 26 punten.
- P2 moet minstens 26 punten scoren. Dat lukt en hij gooit 60.
- P3 moet de score van P2 verslaan; dat zijn 60 punten. Dat lukt niet, want de speler blijft steken op 45 punten. P3 krijgt een X naast zijn naam. Nog twee en hij ligt uit het spel.
Ronde 2:
- P1 moet de score halen van de speler die het laatst gooide; dat is P3 met 45 punten. P1 slaagt daarin en gooit 100.
- P2 moet minimaal 100 gooien, maar komt niet verder dan 60. P2 krijgt een X naast zijn naam.
- P3 wil 60 gooien, maar bereikt een score van 41. P3 krijgt een tweede X naast zijn naam.
Nog één en hij ligt uit het spel.
Op deze manier gaat het spel verder totdat alle spelers, op één na, zijn uitgeschakeld.
Als P3 eruit ligt, gaat het spel dus verder tussen P1 en P2.
Joker
Een leuke variant op Around the clock is Joker.
In je eerste beurt probeer je de 20 te raken, in de tweede de 19, in de derde de 18, enzovoort.
Mis je drie de pijlen op het vereiste nummer, dan ben je af – tenzij je een joker kunt inzetten.
Een joker ontvang je als je bij het vereiste nummer drie punten hebt gescoord.
Hierbij telt een single als één punt, een dubbel als twee punten en een triple als drie punten.
Je scoort dus bijvoorbeeld een joker als je de single drie keer raakt, maar ook als je één keer in de single gooit en één keer in de dubbel.
Elke joker is één pijl waard, mis je bijvoorbeeld drie keer de vereiste 5 en heb je twee jokers over.
Dan mag je dus nog twee pogingen wagen op de 5.
De speler die het verst in het spel komt of de meeste jokers heeft verzameld, wint.